Nagelen voor het vaderland en het goede doel

De”IJzeren Hindenburg” was het bekendste, maar slechts één van de honderden “nagelbeelden” die in het Duitse en het Oostenrijks-Hongaarse rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog werden opgericht. Ze gaan terug op een oude traditie, die nieuw leven werd ingeblazen om geld in te zamelen voor de oorlogsslachtoffers.

Al in de middeleeuwen bestond in Oostenrijk en andere Donaulanden het gebruik om nagels te kloppen in bomen om genezing te verkrijgen of het kwade te weren. De oudste nog bekende nagelboom staat in Wenen, vlak bij de Sint-Stephansdom.

Deze “Stock im Eisen” ( ijzeren stam) is zeker 600 jaar oud en tot diep in de 19e eeuw werden er nagels ingeklopt. De stam wordt door vijf ijzeren ringen bij elkaar gehouden.

Tekening en foto van de Weense "Stock im Eisen"

De traditie kreeg in 1915 een nieuw leven. Op voorstel van het Weense Steunfonds voor Weduwen en Wezen werd op 6 maart de “Wehrmann in Eisen” feestelijk onthuld. De “IJzeren Ridder” is een mans groot beeld uit lindenhout.

Tegen betaling kon men er een nagel inkloppen, om de weduwen en wezen van gesneuvelde militairen te steunen. De Oostenrijkse aartshertog Leopold Salvator sloeg de eerste nagel in, de Duitse en Ottomaanse ambassadeur de volgende twee. Tegen het einde van de oorlog zaten er zo’n 500.000 nagels in het beeld .

De “Wehrmann in Eisen” of “IJzeren Ridder” staat vandaag onder een arcade vlak naast het stadhuis van Wenen

Het Oostenrijkse idee kreeg snel navolging. Op 4 september 1915 werd in Berlijn voor de Roklsdag het grootste nagelbeeld ooit onthuld: een beeld in elzenhout van veldmaarschalk Paul von Hindenburg, 12,5 meter hoog. Hindenburg, toen Duits opperbevelhebber aan het Oostfront, werd toen al bewierrookt als de grootste Duitse oorlogsheld: hij was de overwinnaar van de Slag bij Tannenberg van het jaar daarvoor. 

Duizenden mensen kwamen opdagen en het gebeuren kreeg nadien ook in de Britse en Franse pers heel wat aandacht.

Een schoondochter van keizer Willem II maakte het doek dat het beeld verhulde los, de burgemeester van Berlijn en kanselier von Bethmann Hollweg spraken de menigte toe, terwijl twee luchtschepen boven hun hoofd hingen.

Kunstcritici vonden het beeld lelijk en barbaars. Maar de eerste dag nog trokken 20.000 mensen over de stelling rond het beeld om hun nagel in te slaan.

In Oostenrijk-Hongarije en in het Duitse keizerrijk werden honderden nagelbeelden opgericht in 1915 en 1916. Alleen in Duitsland waren er zeker meer dan 700, alles samen zorgden ze voor meer dan 10 miljoen mark voor oorlogsweduwen en hun kinderen.

Niet alleen Duitstalige gemeenschappen richtten nagelbeelden op. Onder andere zo’n 70 Poolse steden en dorpen in Oostenrijk-Hongarije deden het ook. Op 16 augustus 1915 werd bijvoorbeeld in Krakau een 5,5 meter hoge houten kolom onthuld bij de Maria-kerk.

Een nagelbeeld was een eenvoudige en efficiënte manier om geld in te zamelen voor het goede doel.

Meestal had men de keuze tussen een gewone nagel of een verzilverd of verguld exemplaar, voor die laatste moest men natuurlijk meer betalen.

Wie een nagel insloeg, kon ook een postkaart kopen of een akte als aandenken.

Aankondiging van de onthulling van de "IJzeren Michael" in Hamburg op 2 augustus 1915. De affiche geeft ook de prijzen voor het nagelen, van 1 mark voor een gewone nagel tot 1.000 mark voor een grote gouden nagel om in te slaan op de gordel van de aartsengel.

Maar het inslaan van nagels had ook een sterk symbolische waarde, het werd een daad van vaderlandsliefde. Het bracht de hele gemeenschap samen, wie deelnam aan het ritueel toonde zijn solidariteit met de mannen aan het front. De beelden, die geleidelijk met nagels werden overdekt, werden ook oorlogsherdenkingsmonumenten.

Bij de inhuldiging van de “IJzeren Siegfried” in Wiesbaden eind september 1915, formuleerde de burgemeester van de stad het zo: “Elke nagel in het harnas van Siegfried is een groet aan de eenzame graven van onze helden in het land van de vijand en een manier om het verdriet van hun vrouwen, vaders en moeders te verzachten”.

Duitse scholieren, zoals hier in Cleve in maart 1916, werden overal massaal opgetrommeld om deel te nemen aan de "kriegsnagelungen". Iedereen, zelf de minder gefortuneerden, kregen kans deel te nemen aan deze 'vaderlandse' manifestaties, en kregen zelfs gratis nagels indien nodig.

Maar de ijver om te nagelen nam vrij snel af, zeker naarmate de oorlogskansen keerden. Tegen 1917 was het zo goed als overal gedaan en veel beelden werden weggehaald en opgeborgen.

De “IJzeren Hindenburg” in Berlijn kwam roemloos aan zijn einde. In 1919 al werd het beeld afgebroken. Het hout werd als brandhout verkocht. Omdat een van de drie verenigingen die het initiatief nam nog tijdens de oorlog failliet ging, ging een groot deel van de opbrengst nooit naar het goede doel.

De nazi’s probeerden in de jaren 1930 de traditie nieuw leven in te blazen, maar zonder veel succes. De Kriegsnagelungen verdwenen uit de collectieve herinnering en veel beelden werden vernietigd of verdwenen.

Gelukkig zijn er op heel wat plaatsen toch bewaard gebleven. Er zijn er in alle maten en gewichten. Soms gewoon een houten zuil of boomstam, een houten kruis of het wapen van de stad of het dorp op een schild. Vaak zijn de beelden geïnspireerd door plaatselijke folkloristische figuren en helden, en ook dieren waren populair.

De volgende reeks illustraties toont hoe divers de nagelbeelden waren. Meer informatie over de Kriegsnagelungen vind u hier, en ook hier. Deze (Duitse) website geeft een overzicht van alle bekende beelden in Duitsland, Oostenrijk en daarbuiten.

In Keulen vond men inspiratie in de plaatselijke folklore, het nagelbeeld heet er de "Dä Kölsche Boor en Iser" of "Keulse boer in IJzer". Het beeld bevind zich in het stadsmuseum van Keulen.

De nagelbeer van het Oostenrijkse Berndorf. Het beeld was in amper 3 weken tijd volledig benageld.

Het "Eisernes Edelweiss" van het Oostenrijkse Enns

Madonna met kind, voor een benageld kruis in het - nu Italiaanse -  Bolzano, toen nog Oostenrijks

Roland, de gezel van Karel de Grote in middeleeuwse ridderromans, was zeer populair als nagelbeeld, zoals dit van het Duitse stadje Brandenburg an der Havel.

De IJzeren Hendrik van Oldenburg, een middeleeuws ridderfiguur. Bij slecht weer konden de twee zijvleugels gesloten worden. Het beeld bevind zich in het museum van de stad.

Het IJzeren Kruis van de Marienkirche in Plau am See

De 7 meter hoge Nagelzuil van Mainz. De zuil staat in de buurt van de Dom van de stad

Een benageld wapenschild, waarmee de Duitse gemeenschap in het Amerikaanse Baltimore geld inzamelde voor het moederland

Meest gelezen