Het ontstaan van de Last Post onder de Menenpoort in Ieper

De dagelijkse Last Post onder de Menenpoort ontstond in 1928. Sinds 2 juli 1928 is de ceremonie onafgebroken opgevoerd, behalve tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op donderdag 9 juli 2015 was het al voor de 30.000e keer. Het is een unieke traditie.

In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, is de Last Post-ceremonie in Ieper door Belgen bedacht en georganiseerd. De organisatie is in handen van een lokale Ieperse vereniging, ook al draagt die de Engelse naam "Last Post Association".

Alles begon met de opening van het monument van de Menenpoort op 24 juli 1927. Bij die plechtigheid, die werd bijgewoond door onder meer koning Albert I en de Britse veldmaarschalk Lord Plumer, werd voor het eerst de Last Post gespeeld.

Dit maakte een grote indruk op de toenmalige Ieperse politiecommissaris Pierre Vandenbraambussche. Hij stelde toen voor die muzikale hulde regelmatig voor de Menenpoort te houden.

Toespraak van lord Plumer bij de plechtige inhuldiging van de Menenpoort, koning Albert, rechts, luistert.

Het voorstel kreeg snel bijval bij de Ieperlingen, die zich blijkbaar al eerder afvroegen hoe ze hun dankbaarheid aan het Britse volk konden uiten.

Een aantal lokale notabelen vormden snel een comité, de voorloper van de Last Post Association. Klaroenblazers vond men bij leden van de vrijwillige brandweer.

Het was Dick Collick, een Brit die in Ieper werkte voor de Britse oorlogsgraven, die de pompiers de (Britse!) Last Post aanleerde.

De inhuldiging van de Menenpoort bracht veel volk op de been.

De eerste ceremonies

Nadat het comité de nodige gelden had ingezameld, kon de ceremonie een aanvang nemen. Op 2 juli 1928 klonk de eerste van de dagelijkse uitvoeringen. Die liepen tot september van dat jaar.

Na de winter, op 1 mei 1929, werd de reeks hervat, met de bedoeling ze niet meer te onderbreken. Aanvankelijk speelden de klaroenblazers de Last Post in hun gewone werkplunje.

Er bestaat een foto waarop ze spelen met de klaroen in de ene en hun pet in de andere hand. De aanwezigen op de plechtigheid worden geacht het hoofd te ontbloten, tenzij ze in uniform zijn, want dan brengen ze een militaire groet.

Klaroeners in burger en met pet op!

Vooral van Britse zijde kwam er kritiek op deze weinig ceremoniële outfit. Daarom begonnen de klaroenspelers bij plechtige uitvoeringen en op het weekend het uitgaansuniform van brandweerman te dragen.

Britse oud-strijders schonken vier zilveren klaroenen voor de Last Post-ceremonie. Op 16 september 1929 werden de zilveren klaroenen voor de Menenpoort plechtig aan de brandweerlui overhandigd door de Britse Guards, nadat dezen eerst zelf de Last Post hadden gespeeld.

Succes

Dat de Last Post een vaste traditie werd in Ieper, is zeker te danken aan de grote belangstelling die de ceremonie kreeg, vooral vanwege bezoekers van de overzijde van Het Kanaal.

De vele Britten (oud-strijders, nabestaanden van gesneuvelden, toeristen… ) die Ieper bezochten, toonden hun waardering, al waren sommigen verwonderd dat de klaroenblazers geen Britten waren.

Al snel waren prominente Britten, zoals de latere koning Edward VIII en oud-premier Lloyd George, aanwezig op een hulde. Op 11 november 1930 zond de BBC-radio de uitvoering rechtstreeks uit.

Plechtige Last Post op 11 november in de jaren 30 van de vorige eeuw.

Het aantal hoogwaardigheidsbekleders uit het Gemenebest die een Last Post-ceremonie hebben bijgewoond, is bijna niet te tellen. Ook alle Belgische koningen zijn wel eens aanwezig geweest.

En dan zijn er ontelbare groepen en organisaties uit diverse hoeken van het Gemenebest voor wie wel eens een speciale ceremonie is gehouden: oud-leerlingen van Engelse elitescholen, Ulsterse unionisten, Sikhs uit India, Indianen uit Canada… en vooral veel militaire eenheden.

Een van de meest verrassende groepen bezoekers: in 1937 bezocht een Duitse delegatie, met nazi-vlag, de Menenpoort.

Evolutie

Met één grote uitzondering is de dagelijkse ceremonie sinds 1 mei 1929 nooit meer onderbroken. Die uitzondering was de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog.

Hoewel de Duitsers de Britse monumenten in Ieper respecteerden en de hulde niet uitdrukkelijk verboden, weerklonk er vanaf 20 mei 1940 geen Last Post meer.

Maar al in de avond van 6 september 1944, nauwelijks enkele uren nadat de Duitsers Ieper hadden verlaten en Poolse troepen de stad bevrijdden, stond er een brandweerman klaar om het eerbetoon te geven.

In al die jaren is er weinig veranderd aan de ceremonie. Het zijn nog altijd leden van de Ieperse brandweer die het eresaluut blazen, hoewel de brandweer zelf formeel niet in de zaak betrokken is.

Ze doen dat in opdracht van de Last Post Association, die de hele organisatie in handen heeft. Het tijdstip, dat aanvankelijk varieerde naargelang het seizoen, ligt al lang op 20 uur.

Pogingen om dit te vervroegen naar een uur dat beter zou passen voor de toeristen, werd al vroeg afgewezen: de Last Post is voor alles een signaal van het einde van de dag.

Wel vindt soms eerder in de dag een plechtigheid plaats voor een bijzondere gelegenheid (prominente bezoeker of groep bezoekers). Dan vindt een “speciale Last Post” plaats, als onderdeel van een heel ceremonieel.

In het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, India andere landen van het Gemenebest, maar ook in Ierland, waar nog altijd verwanten van de gesneuvelden een bezoek aan Ieper brengen, is de populariteit van de Ieperse Last Post tot ongekende hoogten gestegen.

Het gaat zo ver dat de pompiers-klaroenblazers worden uitgenodigd tot in Australië om daar te spelen op plechtigheden. Maar ook in andere landen en in eigen land is de bekendheid de laatste decennia duidelijk gestegen.

Nog niet zo lang geleden was de ceremonie buiten de “Britse” wereld, en zelfs in België, niet zo bekend.

Het was heel normaal dat er op een dagelijkse Last Post, buiten de twee klaroenblazers (bij gewone plechtigheden zijn er maar twee) en de agenten die het verkeer door de Menenpoort tegenhielden, niemand aandacht had voor de ceremonie.

Tegenwoordig is het niet ongewoon dat bijvoorbeeld toeristen uit Nederland - een land dat niet meedeed aan de Eerste Wereldoorlog - naar Ieper komen om de Last Post bij te wonen.

Een gewone Last Post, met een gering aantal toeschouwers, zoals het jarenlang is geweest.

Verscheidene factoren hebben wellicht die bekendheid doen toenemen.

De uitroeping van Ieper tot “vredesstad” in de tijd dat de vredesbeweging zeer actief was, het bezoek van paus Johannes Paulus II aan de Menenpoort in 1985, de opening van het museum In Flanders’ Fields… en natuurlijk de promotie van het evenement door de (West-)Vlaamse toeristische diensten.

Maar vooral: de stijgende belangstelling voor de Grote Oorlog, in aanloop naar de honderdste verjaardag.

Zie ook het artikel over de oorsprong van de Last Post als militair signaal. 

Meer uitgebreide informatie is te vinden in het boek van Dominiek Dendooven : Menenpoort en Last Post – Ieper als heilige grond (uitgeverij De Klaproos) en in het boek van Ian Connerty en Philip Vanoutrive: DE LAST POST 30.000 maal hulde aan de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog (uitgeverij Lannoo)

Illustraties In Flanders Fields Museum Ieper

Meest gelezen