8 tot 14 juli 1915: Duits Zuidwest Afrika in Zuid-Afrikaanse handen
De Duitsers verliezen definitief hun grootse kolonie, Zuidwest-Afrika. De Zuidafrikaanse overmacht was te groot!
De oorlog in Zuidwest-Afrika is voorbij. De Duitse gouverneur Setz en de militaire bevelhebber, luitenant-kolonel Francke, hebben op 9 juli de overgave ondertekend aan de Zuid-Afrikaanse premier en generaal Louis Botha.
De 800 man sterke ‘Schutztruppe’, die zich in het noordelijke Otavi-gebergte hadden teruggetrokken, werden op 4 juli verslagen door een tienmaal sterkere Zuid-Afrikaanse legermacht. Alleen de overgave kon hen voor vernietiging behoeden.
Bovendien hadden ze geen voedsel meer. Enkele jonge officieren stelden voor om naar Angola te vluchten, maar dat werd afgewezen door Francke. In de strijd zijn iets meer dan honderd Duitse militairen gesneuveld.
Meer dan 3.000 Duitsers zijn nu in krijgsgevangenschap. De Zuid-Afrikanen tellen zo’n 130 doden. Zuid-Afrika controleert nu volledig dit enorme, maar zeer dunbevolkte gebied dat dertig jaar lang Duits was.
Het einde van de ‘Königsberg’
In een rivierdelta in Duits Oost-Afrika is een einde gekomen aan het avontuurlijke bestaan van de Duitse kruiser ‘Königsberg’. De eerste maanden van de oorlog maakte deze kleine kruiser de Golf van Aden en het westen van de Indische Oceaan onveilig.
Toen het een tekort aan brandstof kreeg, verborg het zich in de mangrove van de monding van de rivier de Rufiji in Duits Oost-Afrika. Eind oktober werd hij ontdekt en sindsdien meermalen aangevallen door Britse oorlogsschepen. De ‘Königsberg’ wist zich te redden door zich steeds dieper in de delta terug te trekken.
In totaal zette de Britse marine 13 schepen en een paar verkenningsvliegtuigen tegen de ‘Königsberg’ in. Uiteindelijk werden twee monitoren – kleine kanonneerboten met zwaar geschut – naar Oost-Afrika overbracht. Door hun geringe diepgang – ze waren oorspronkelijk bestemd voor de Amazone – konden ze de kruiser voldoende benaderen om het te vernietigen.
Met de ‘Königsberg’ verdwijnt het laatste Duitse oorlogsschip buiten de Europese wateren. De bemanning heeft zich echter kunnen redden en gaat de Duitse troepen in Oost-Afrika vervoegen. Ook de kanonnen kunnen nog als veldartillerie worden gebruikt.
Duitse intellectuelen verdeeld over oorlogsdoelen
Een 140 Duitse hoogleraren en andere intellectuelen hebben zich in een petitie aan de Duitse rijkskanselier uitgesproken voor een compromisvrede door onderhandelingen.
De petitie is een initiatief van de historicus Hans Delbrück. Hoewel conservatief, is Delbrück al jaren tegenstander van de agressieve “Weltpolitik” die de keizer en leidende Duitse politici en industriëlen propageren.
Onder de bekendste ondertekenaars van de petitie vindt men de fysici Max Planck en Albert Einstein, de mathematicus David Hilbert en de socioloog Max Weber.
De petitie is een reactie op een manifest van intellectuelen dat de theoloog Reinhold Seeberg enkele weken geleden bekendmaakte. Dat kreeg meer dan 1.300 handtekeningen, waaronder die van 352 hoogleraren. Het manifest stelt dat Duitsland alleen met een “overwinningsvrede” genoegen kan nemen, waarbij het delen van Rusland, België en Frankrijk moet annexeren.
Uitwisseling krijgsgevangenen tussen Frankrijk en Duitsland
Voor het eerst in vier maanden hebben Frankrijk en Duitsland weer krijgsgevangenen uitgewisseld. Allen zwaargewonden, die nooit meer in aanmerking zullen komen om ingezet te worden in de oorlog, komen in aanmerking.
Het Zwitserse Rode Kruis heeft bemiddeld bij de operatie. Vanuit Genève kwamen de Franse "grands blessés" aan in het station van Lyon op 10 juli. Ze werden er onthaald als helden en opgewacht door een grote groep verpleegsters (foto's uit L' Illustration, 7-8-1915).
Auteur Marseillaise herbegraven in de Invalides
Op 14 juli, de Franse nationale feestdag, is Claude-Joseph Rouget de Lisle, herbegraven in de Invalides met een groots opgezette ceremonie. De auteur van het Franse nationale volkslied, de Marseillaise, was een paar dagen eerder ontgraven in Choisy-le-Roi, waar hij in 1886 is overleden, en vandaar naar Parijs overgebracht (foto's uit Excelsior, 12 en 15-07-1915).