20 tot 26 mei 1915: Italië in de oorlog
Italië verklaart Oostenrijk-Hongarije de oorlog, de Duitsers stoppen hun offensief bij Ieper en Groot-Brittanië heeft een nieuwe regering.
Met de oorlogsverklaring van Italië aan Oostenrijk-Hongarije op 23 mei is gebeurd wat al een tijd werd verwacht. Formeel blijft Italië neutraal tegenover Duitsland, maar Berlijn heeft meteen zijn diplomatieke betrekkingen met Rome verbroken.
De Italiaanse strijdkrachten werden meteen gemobiliseerd. Formeel staan ze onder het opperbevel van koning Victor Emmanuel III in de praktijk onder de chef van de generale staf, generaal Luigi Cadorna.
In de ochtend van de 25e mei hebben twee Italiaanse legers de Oostenrijkse grens overschreden. De deelname van Italië aan de oorlog zou vooral voor Rusland een verlichting moeten zijn, omdat Oostenrijk-Hongarije nu op twee fronten moet vechten.
Het Italiaanse offensief is begonnen aan de noordoostelijke grens in Friuli. Vanuit Udine wil Cadorna Gorizia veroveren, een overwegend Italiaanssprekende stad in Oostenrijk. Van daaruit zou een verdere opmars naar de havenstad Triëst mogelijk zijn.
De Italiaanse marine begint meteen een blokkade van de Adriatische Zee voor Oostenrijks-Hongaarse schepen.
Einde Duits offensief bij Ieper
Er lijkt een einde te zijn gekomen aan de Duitse aanvallen bij het saillant van Ieper.
Op 24 mei vond er een aanval plaats op de Britse stellingen aan de heuvel van Bellewaerde. Daarbij werd massaal chloorgas gebruikt. Maar de uitwerking ervan was gering, omdat de verdedigers daarop waren voorbereid.
Bij een daaropvolgende stormloop boekten de Duitsers terreinwinst, maar ze verloren die weer na een Britse tegenaanval. De Duitse aanvallen vormden het voornaamste Duitse offensief aan het westelijk front sinds dit een half jaar geleden vastliep.
Daarbij hebben de Duitsers zowat 35.000 man verloren; waaronder 10.000 doden. De geallieerde verliezen zijn dubbel zo hoog. Bij de Belgen, die aan de kanten van Steenstraete vochten, zijn er bijna 900 doden te betreuren.
De Duitsers zijn een vijftal kilometer aan de noordkant van Ieper opgeschoten, zonder de stad te kunnen bereiken. Ieper zelf is intussen vrijwel volledig in puin geschoten. De meeste inwoners zijn gevlucht.
Britse regering van nationale eenheid
De Britse premier Asquith heeft zijn regering omgevormd tot een ministerie van nationale eenheid. Dat betekent dat de conservatieven en socialisten tot de regering toetreden. Tot nu toe bestond het kabinet enkel uit liberalen, die de meerderheid in het Lagerhuis hadden.
Coalitieregeringen zijn in de Britse geschiedenis zeer uitzonderlijk, maar de oorlog doet de oude partijtegenstellingen overstijgen. Voor de kleine socialistische Labourpartij is het zelfs de eerste keer dat ze van een regering deel uitmaakt.
De conservatieve partijleider Andrew Bonar Law wordt minister van Koloniën. Zijn partijgenoot oud-premier Arthur Balfour neemt de portefeuille van Marine (formeel “eerste Lord van de Admiraliteit’) over van de liberaal Winston Churchill.
Churchill blijft in het kabinet met de eerder symbolische functie van “kanselier van het hertogdom Lancaster”.
Churchill moet opdraaien voor zijn nogal roekeloos optreden, zoals de aanval op de Dardanellen, die een fiasco dreigt te worden. Bovendien houden de conservatieven niet van Churchill, die eerder uit hun partij wegliep.
De prominente liberaal David Lloyd George verhuist van de Schatkist naar de nieuwe functie van minister van Munitie. Hij moet een oplossing vinden voor het acuut tekort aan granaten voor de artillerie.
In feite neemt hij bevoegdheden over van de minister van Oorlog, Lord Kitchener. Kitchener was zwaar door de pers aangevallen in verband met de “granatencrisis”, maar mag wel zijn post behouden.
Ridderorde ontnomen
De Britse koning heeft de Duitse keizer Willem II, de Oostenrijks-Hongaarse keizer Frans-Jozef en de koning van Württemberg het titelvan ridder in de Orde van de Kousenband ontnomen. Vooral voor Willem II is dit wellicht een zware slag. Hij had de zeer prestigieuse titel in 1877 gekregen en was er bijzonder aan gehecht (tekening uit De Amsterdammer, 23-05-1915).
Troepen komen om bij ongeval in Schotland
Nabij de grens tussen Schotland en Engeland heeft een bijzonder zwaar treinongeluk plaatsgevonden. Een trein, die oorlogsvrijwilligers van het 7de regiment Royal Scots vervoerde, kwam frontaal in botsing met een lokale trein. De oorzaak lag bij een vergissing van de seingevers. De crash was verschrikkelijk. Er vielen 227 doden en 246 gewonden.
Op twaalf na behoorden alle doden tot het regiment. Slechts 64 vrijwilligers verschenen ongedeerd op het appel. De troepentrein was zo zwaar ingedeukt dat een vijftigtal lichamen niet konden worden gevonden. Het regiment was op weg naar Liverpool, waar het zou inschepen naar Gallipoli. Het is het zwaarste treinongeval in de Britse geschiedenis.
Duitsers geïnterneerd
Groot-Brittannië is begonnen met het systematisch opsluiten van Duitse burgers. Bij het begin van de oorlog was dat al even gebeurd, maar de meeste geïnterneerden waren intussen al weer vrijgelaten.
Na de ramp met de Lusitania en daarop volgende volkswoede, heeft de regering nu beslist om de meeste Duitse burgers op Brits grondgebied te interneren. Meer dan 30.000 zullen in kampen worden opgesloten.