31 december 1914 tot 6 januari 1915: Turkse nederlaag in de Kaukasus

De jaarwisseling brengt weinig verandering aan het Westelijk Front. In Champagne blijven de Fransen verwoede aanvallen houden. Elders is het vrij kalm. Meer nieuws is er van het front in de Kaukasus. Het Russische leger heeft de Turken een zware nederlaag toegebracht. Ā 

Het Turkse leger voerde een aanval uit op de stad Samikarisj, in het Russische deel van Armeniƫ, maar het is na enkele dagen met zware verliezen teruggedreven.

De Turken werden aangevoerd door de machtige minister van Oorlog Enver Pasja, die de raad van zijn Duitse adviseur Liman von Sanders -om niet aan te vallen-Ā  uit de wind sloeg. De Russen hadden in de voorbije weken hun legersterkte in de Kaukasus verminderd om het front in Oost-Europa te versterken.

Boven, vluchtende Turkse troepen. Onder links, een groep Russische soldaten, onder rechts, Turkse krijgsgevangenen. Beginillustratie, Russische poster viert de overwinning bij Samikarisj.

Maar hun tekort aan geregelde troepen werd aangevuld met grote hoeveelheden Armeense vrijwilligers. Het Turkse leger verloor voor de strijd veel manschappen door de felle koude, maar ook door desertie. Onder die deserteurs zouden nogal wat (Turkse) Armeniƫrs zijn, waarvan sommigen zelfs naar de Russen overliepen.

Armeense vrijwilligers leggen de eed van trouw af aan Rusland (Excelsior, 6-2-1915, BnF Gallica).

Minder Belgische vluchtelingen in Nederland

Het aantal Belgische vluchtelingen in Nederland is fors teruggelopen. Half oktober waren er nog meer dan ƩƩn miljoen, nu wellicht minder dan 120.000. De meesten zijn teruggekeerd naar Belgiƫ. Veel vluchtelingen reizen ook door naar Frankrijk en Engeland, waar ook al veel landgenoten naar gevlucht zijn.

Het Britse ministerie van Handel is begonnen met het ronselen van geschoolde Belgische vluchtelingen in Nederland, want door de oorlog is er een gebrek aan bekwame arbeiders En veel jonge mannen willen zich melden voor het Belgisch leger.

Uit Nederland teruggekeerde vluchtelingen in Antwerpen Centraal-Station. Er staat een lange  wachtrij want iedereen wordt eerst onderworpen aan een strenge Duitse militaire controle (uit Wereldkroniek, 1915).

Al in de eerste dagen na de val van Antwerpen riep het Antwerpse stadsbestuur de bewoners van de Scheldestad op om huiswaarts te keren. Daar is massaal aan gevolg gegeven. Ook de lokale Nederlandse overheden zouden de vluchtelingen aanmoedigen om terug te keren.

Nieuwjaarsfeest in Amsterdam voor Belgische kinderen-vluchtelingen die het contact met hun ouders verloren hadden. Op de spandoeken bedankingen in het Deens voor de Deense krant Berlingske Tidende, die een grote hulpactie voor de Belgische vluchtelingen had georganiseerd (Illustration, 16-01-1915).

Kleinzonen Italiaanse vrijheidsheld Garibaldi gesneuveld

Luitenant Bruno Garibaldi, kleinzoon van een van de helden van de Italiaanse eenmaking, Giuseppe Garibaldi, is onder massale belangstelling begraven in Rome op 6 januari. Bruno deed, met nog vier broers en meer dan tweeduizend Italiaanse vrijwilligers, dienst in het Franse Vreemdelingenlegioen. Hij sneuvelde aan het front op 26 december. Een dag voor zijn begrafenis kwam nog een van de Garribaldi-broers, Constantijn, bij een aanval om het leven.

Van oud naar nieuw

Voor het eerst tijdens deze oorlog is de overgang van oud naar nieuw gevierd. Beide zijden dromen van hetzelfde, een snelle overwinning, zoals blijkt uit de voorpagina' van het Franse Excelsior en het Oostenrijkse Die Neue Zeitung (Bnf Gallica en Oostenrijkse Nationale Bibliotheek).

Het satirische Franse weekblad Le Rire viert opperbevelhebber generaal Joffre, de man die het Duitse leger bij de Marne tot staan kon brengen, "als het nieuwjaarsgeschenk voor de Franse Marianne". Le Rire noemt Joffre zelfs "pĆØre La Victoire", een eretitel die in 1918 definitief werd toegekend aan premier Clemenceau.

En in het Duitse satirische weekblad Kladderadatsch stelt Michel, de "oer-Duitser" de Geallieerden, die hem proberen uit te hongeren, gerust: voorlopig ontbreekt het hem nog aan niets (3-01-1915, Universiteiteitsbibliotheek Heidelber).

Meest gelezen