Peter Kollwitz: Gesneuveld in Vlaamse velden

In de nacht van 22 op 23 oktober 1914 is de jonge Duitse soldaat Peter Kollwitz tijdens een gevecht om het leven gekomen. Hij sneuvelt na de inslag van een granaat in een straatje in Esen, niet ver van Diksmuide. Kollwitz wordt begraven in Vladslo. Op dit soldatenkerkhof staan twee standbeelden. Ze zijn van de hand van de Duitse kunstenares Käthe Kollwitz, de moeder van Peter.

De beeldengroep "Treurend Ouderpaar” op het soldatenvrijthof van Vladslo toont twee mensen op hun knieën, een vrouw en een man. Het zijn de ouders van de jonge Duitse soldaat Peter Kollwitz, de kunstenares Käthe en de arts Karl. Käthe Kollwitz heeft 18 jaar aan dit zeer persoonlijke beeld gewerkt, even lang, als het leven van haar zoon Peter.

Peter Kollwitz is opgegroeid in het noorden van Berlijn, aan het huidige Kollwitz-Platz in Prenzlauer Berg. De jonge man heeft geen goede schoolresultaten, maar richt wel, samen met zijn broer Hans, de schoolkrant "Der Anfang" op.

Samen met twee nichtjes schrijven en tekenen ze voor deze krant. Zij zijn niet de enigen die verantwoordelijk zijn voor de inhoud. Ook andere minder beroemde mensen, zoals de auteur Walter Benjamin, pennen ook stukken voor "Der Anfang" neer.

In 1913 sluit Peter Kollwitz zich aan bij de vrije jeugdbeweging, een soort nationalistisch, maar antichauvinistisch en antikeizer gerichte beweging. Hier geldt het credo: "We moeten Duitsland redden, want de wereld heeft Duitsland nodig!". In de zomer van 1914 gaat Peter lessen tekenen volgen in het Berliner Kunstgewerbemuseum. Maar hij spijbelt vaak en hoort er nooit echt bij.

Wanneer hij van een reis naar Noorwegen met vrienden terugkeert naar Duitsland, vraagt hij aan zijn ouders of hij naar het leger mag gaan. Duitsland heeft zopas het neutrale België aangevallen een ook Peter wil zich graag bij de Landsturm voegen. Dit is tegen de zin van zijn pacifistisch ingestelde ouders, die ook tegen iedere vorm van nationalisme en "Kaiser-Treue" zijn.

De oorlog maar een avontuur?

Maar Peter, eigenlijk meer avonturier of revolutionair, gelooft dat zijn "Vaterland" hem nodig heeft. De vader van een kennis helpt hem een plaats in een regiment te vinden dat vrijwilligers opleidt. Velen willen in deze dagen ten oorlog trekken, bijna een hele generatie jonge Duitsers.

Peter Kollwitz wordt in de kazerne van het troepen-opleidingscentrum in Wünsdorf, in het zuiden van Berlijn, tot soldaat gevormd. De opleiding is kort maar stevig. Op 12 oktober 1914 zit hij met zijn Infanterieregiment 207 op een goederentrein, die hen naar het front brengt.

Een paar dagen nadat hij in België aangekomen is, moeten hij en zijn kameraden echt naar de oorlog. Op 21 oktober begint het Duitse leger een totaaloffensief tegen de geallieerden - Belgen, Fransen en Britten. Zij willen ergens tussen Ieper en de Noordzeekust in de omgeving van Diksmuide naar Calais doorbreken, om daarna snel naar Parijs te kunnen trekken. Maar dit is hun laatste offensief voor ze zich jarenlang in de Westhoek ingraven…

Ook Peter Kollwitz en zijn kameraden graven zich in. Ze bouwen loopgraven met brokstukken uit vernielde huizen langs een secundaire weg niet ver van Diksmuide, om zich tegen vijandelijke kogels te beschermen. Maar hun loopgraven worden door een granaat getroffen en Peter valt levenloos neer.

In de nacht van 22 op 23 oktober overlijdt de pas 18 jaar geworden kunstenaar uit Berlijn. Hij wordt bij Diksmuide begraven. Het houten kruis, dat zijn graf siert, is vandaag in het "Flanders Fields"-Museum te Ieper te bezichtigen. Zijn stoffelijke resten worden later naar Vladslo gebracht.

Kort voor de dood van haar zoon, precies op 19 oktober, stuurt Käthe Kollwitz hem een brief. Deze brief valt echter een paar dagen later met de stempel "terug - gevallen" terug in haar brievenbus in Berlijn… De dood van haar zoon zal het leven en de kunst van de later beroemde Duitse kunstenares Käthe Kollwitz voor eeuwig en altijd veranderen. Uit haar hele oeuvre - in tekeningen, beelden, etsen, gravuren in hout of koper en lithografieën - blijkt haar afkeer van oorlog en nationalisme.

Meest gelezen