Grote delen van bezet Leuven gaan in vlammen op

Op 25 en 26 augustus 1914 gingen grote delen van bezet Leuven in vlammen op. De wraakactie van het Duitse leger zou wereldwijd tot verontwaardiging leiden. Een groot deel van de Leuvenaars leefde nog tot in de jaren 20 in noodbarakken.

Oude prentkaarten tonen mooie beelden van het vooroorlogse Leuven uit de belle époque. De vroegere hoofdstad van Brabant had weliswaar haar leidende functie verloren aan Brussel, maar bezat nog altijd een van de oudste universiteiten van Europa. Op 19 augustus 1914 waren de Duitse troepen Leuven vanuit Tienen binnengetrokken. Aan de Tiensepoort stuitten ze op een koppige Belgische infanterist van het 6e Linieregiment, Léon Schreurs, die van achter de tolhuisjes vijf Duitse militairen neerschoot. Daarna werd Schreurs zelf doodgeschoten. De nabijgelegen vest is nu naar hem genoemd en er staat ook een monument.

Daarna was het verzet in Leuven gebroken en werd een militaire bezettingsoverheid ingesteld. Enkele dagen lang gebeurde er niets, tot de beruchte avond van 25 augustus. Omstreeks 20 uur werd er plots geschoten. Wat er toen precies gebeurd is, is nooit opgehelderd. De Duitse legerleiding gaf de schuld aan Belgische verzetslui of "franc-tireurs", maar andere bronnen stellen dat in de schemer twee groepen Duitse soldaten elkaar voor Belgen aanzagen en het vuur openden, waarbij enkele soldaten gedood werden.

Op dat ogenblik was er vanuit Antwerpen een Belgische tegenaanval richting Mechelen en Haacht aan de gang om de Duitse opmars naar Frankrijk af te remmen. Die aanval bereikte Leuven niet, maar verklaart wel de grote nervositeit en irritatie bij de Duitse troepen.

De volgende dag zei de Duitse generaal von Lüttwitz in Brussel tegen de Amerikaanse ambassadeur Brand Whitlock (toen nog niet in oorlog) dat de bevolking in Leuven op de Duitsers had geschoten. "Nu zijn we genoodzaakt om de stad (Leuven) te verwoesten, dat begrijpt u zeker wel", zei von Lütwittz. Het ging dus niet om wilde plunderingen door boze Duitse soldaten, maar om een bevel van hogerhand om een "voorbeeld te stellen" voor de rest van bezet België. In zijn memoires toonde ambassadeur Whitlock zich ontzet over wat zijn gezantschapssecretaris Hugh Gibson later in Leuven aantrof.

Drie dagen lang trokken Duitse militairen schietend door de stad in wat ze "de slag van Leuven" noemden. Huizen werden in brand gestoken, inwoners bijeengedreven en doodgeschoten of met bajonetten neergestoken. Een aantal gevangenen die in het station werden vastgehouden, werden op het plein ervoor gefusilleerd.  Na drie dagen van terreur werden de overblijvende inwoners op 29 augustus gedwongen om de stad te verlaten. Toen ze terugkeerden, troffen ze in het historische centrum vooral zwartgeblakerde ruïnes aan. De rest van de oorlog en zelfs de jaren nadien zouden duizenden Leuvenaars moeten overleven in tenten en houten noodbarakken.

Eeuwenoude bibliotheek tot as herleid

Los van al het menselijk leed, leidde de verwoesting van eeuwenoud cultureel erfgoed in Leuven tot wereldwijde verontwaardiging. Naast huizen werden immers ook unieke gebouwen en monumenten verwoest of beschadigd.

Het belangrijkste was de Lakenhalle tussen de Naamsestraat en de Oude Markt die toen was omgevormd tot universiteitsbibliotheek. Dat gebouw uit 1317 is vandaag de zetel van de KU Leuven waar studenten zich nu komen inschrijven en waar ook diploma's worden uitgereikt. 

In de zomer van 1914 ging dat gebouw grotendeels in vlammen op en daarmee ook 300.000 boeken, meer dan duizend middeleeuwse manuscripten en 800 incunabelen, de eerste voortbrengselen van de boekdrukkunst in Europa. Onder de verloren documenten was de stichtingsakte van de Leuvense universiteit uit 1425 met het zegel van paus Martinus V.

Het beroemde gotische stadhuis van Leuven en het Groot Begijnhof werden bewaard, mede omdat de Duitse staf erin was ondergebracht, maar de middeleeuwse Sint-Pieterskerk werd ook door brand geteisterd. Het dak en een aantal kunstschatten gingen verloren of werden gestolen. Ook het neoclassicistische "Tafelrond" werd verwoest, al werd het na de oorlog herbouwd volgens de originele gotische plannen uit de middeleeuwen.

Zowat het hele historische stadscentrum, van café Domus aan de Tiensestraat over de Oude Markt tot de Dijle aan de Brusselsestraat werd verwoest en herleid tot een kale vlakte met zwartgeblakerde muren. Bij de heraanleg van het Foch/de Somerplein aan het Fonske vorig jaar werden kelders blootgelegd met roet op de muren.

Bilan van vier dagen terreur

Tussen 25 en 29 augustus 1914 werden in Leuven 218 burgers gedood, sommigen bij geweld, anderen door executies. Onder hen waren 21 vrouwen en 11 kinderen. Drie slachtoffers waren ouder dan 80 jaar. Hun namen staan aan het grote monument op het Martelarenplein voor het station.

Ongeveer 1.500 Leuvenaars werden afgevoerd naar Duitsland. De meesten keerden reeds na enkele dagen terug, maar 600 werden afgevoerd naar het kamp Munsterlager bij Hannover. Vrouwen en kinderen mochten na een week terug naar huis, anderen pas in oktober. Pas in januari 1915 waren alle overlevenden opnieuw in Leuven.

Er werden 1.081 huizen in de as gelegd, zowat een zesde van de stad. Daardoor moesten duizenden mensen de rest van de oorlog en dus ook de winters overleven in tenten of houten noodbarakken. 

Pas na de oorlog, begin de jaren 20, werden veel huizen herbouwd. Leuven gaf daarbij de voorkeur aan klassieke bouw, waardoor de schade van toen niet zozeer opvalt. De herbouwde huizen kregen wel een herdenkingssteen met een zwaard, vlam en datum van heropbouw in hun gevel. Als u nu op de Oude Markt uw pint nuttigt, ziet u meestal het gevolg van die heropbouw.

Oorlogsdagboeken uit Leuven

Voor getuigenissen over de Duitse bezetting en verwoesting van Leuven kunt u terecht op de blog www.oorlogsdagboekleuven.be van Hilda Verboven. 

Het gaat onder meer om dagboeknotities van burgemeester Leo Colins, van de student Hervé de Gruben, de Zwitserse (neutrale) zakenman Albert Fuglister, zuster Alida Van Mellaert van het Paridaensinstituut, professor Lodewijk Scharpé en de Amerikaanse diplomaat Hugh Gibson. Een unieke blik op hoe mensen van die tijd de woelige oorlogsdagen in Leuven beleefden.

Meest gelezen