1900 - 1914: Het herfsttij van de Belle Epoque

Elektriciteit, winkelcentra en een vliegtuig over het Kanaal: meer was dik honderd jaar geleden niet nodig om miljoenen mensen langs de beide zijden van de Atlantische Oceaan met verstomming te slaan. Geboren aan het einde van de 19de eeuw, werden ze aan het begin van de 20ste eeuw om de oren geslagen met technologische vernieuwingen en een samenleving in permanente evolutie. Het laatste militaire conflict op Europese bodem was een vage herinnering. Van een wereldoorlog was nog geen sprake. Vele jaren later doopte nostalgie het tijdvak tot de Belle Epoque, het mooie tijdperk aan de vooravond van de eerste wereldbrand.

Op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand in Sarajevo doodgeschoten, een gebeurtenis die de directe aanleiding voor  de Eerste Wereldoorlog vormde. Sterker nog: volgens sommige historici was de moord zelfs goed voor het startschot van de 20e eeuw.

Hoewel die volgens de kalender al op 1 januari 1901 was begonnen, vormde de nieuwe eeuw tot dan toe in veel opzichten een verlengstuk van de 19e eeuw. Geschiedkundigen hebben het daarom vaak over “de lange 19e eeuw” die begon met de Franse revolutie in 1789 en eindigde met de slagvelden van de Grote Oorlog.

Anderen menen dan weer dat deze interpretatie de opmaat van de 20e eeuw oneer aandoet. Die ging immers een dik decennium lang een eigen gang tot de Groote Oorlog de wereld in de verdoemenis stortte. Veertien jaar als sluitstuk van wat in Frankrijk en België later de Belle Epoque zou worden gedoopt, het mooie tijdperk.

In het Verenigd Koninkrijk staat de periode geboekstaafd als de Edwardian era, naar koning Edward VII, die van 1901 tot 1910 regeerde. Duitsland en Rusland herdenken die jaren als de nadagen van hun keizerrijken onder de heerschappij van de respectievelijke keizers Wilhelm II (kleine foto) en Nicolaas II. Welke benaming ook, het was een tijd vol spectaculaire technologische innovatie, optimisme en massaconsumptie, maar even goed twijfel en maatschappelijke onrust.

De' Duitse keizer WIlhelm II na de Eerste Wereldoorlog, toen hij afgetreden was.

De Exposition Universelle

De klok was amper van 1899 in 1900 overgegaan toen miljoenen mensen in Parijs samenstroomden voor de Exposition Universelle, de wereldtentoonstelling die de prestaties van de afgelopen 19e eeuw in de verf moest zetten en die later legendarische allures aannam.

De bezoekers vergaapten zich aan de pracht en de praal, maar vooral aan de technologische nieuwigheden die er werden gepresenteerd. De dieselmotor, de eerste geluidsfilms en zelfs roltrappen: voor het grote publiek waren het heuse wonderen der techniek. Als klap op de vuurpijl baadden ze na zonsondergang in een zee van elektrisch licht wat zo mogelijk nog meer tot de verbeelding sprak.

Al deze verwezenlijkingen golden stuk voor stuk als succesproducten van de tweede industriële revolutie die halfweg de 19e eeuw was ontstaan en op de drempel van de 20e eeuw een hoogtepunt kende. De technologische realisaties waren dan ook niet min. De luchtvaartindustrie stuurde vliegtuigen steeds hoger en verder de lucht in.

De Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs.

Op 25 juli 1909 werd op die manier geschiedenis geschreven toen de Franse ingenieur Louis Blériot  van Calais naar Dover vloog en zo als eerste mens ooit via de lucht de oversteek over het Kanaal had gemaakt.

In Amerika bouwde Henry Ford intussen al enkele jaren auto’s aan de lopende band (op zich al een revolutie) die zo goedkoop waren dat ze ook binnen het bereik van de grote massa kwamen. Al gauw werden racen en racewedstrijden een geliefd tijdverdrijf dat duizenden kijklustigen trok. Ook met de fiets werd lustig gekoerst. Zo ging in 1903 de allereerste Tour de France van start.

Blériot na zijn landing in Engeland in 1909.

Winkelpaleizen en massaconsumptie

Fotografie bestond al enkele decennia, maar het medium raakte begin 20e eeuw in een stroomversnelling. Voor het eerst werden kleine, goedkope camera’s in massa geproduceerd. Met een snelle sluitertijd en makkelijk verkrijgbare films kon ook de man in de straat zich nu aan fotografie wagen.

Ook film werd in geen tijd razend populair, hoewel in eerste instantie vaak op de bewegende beelden werd neergekeken. Reeds kort na de eeuwwisseling waren de hoogdagen van filmpionier Georges Méliès al geteld, maar wereldwijd trad een oneindige schare filmmakers bliksemsnel in zijn voetsporen. Regisseurs als D.W. Griffith werden zowel legendarisch als omstreden en overal rezen bioscopen als paddenstoelen uit de grond.

Georges Méliès

Winkelen werd als dusdanig een gloednieuw werkwoord met grote winkelcentra die in meerdere wereldsteden de deuren openden als ultiem symbool van massaconsumptie. Groots opgezette marketingcampagnes werden op het getouw gezet om zoveel mogelijk mensen naar de winkelpaleizen te lokken.

Voor het eerst trof het grote publiek duizend en één vertrouwde én nieuwe producten onder één dak aan. In 1909 opende Selfridges de deuren in Londen en gooide meteen hoge ogen. Bekende namen als Bon Marché, Printemps en Galeries Lafayette zagen al eerder het levenslicht in Parijs.

Dat al deze nieuwe uitvindingen en technologieën zo’n boost kenden, was voor een belangrijk deel toe te schrijven aan een merkwaardig fenomeen. Vandaag neemt (West-)Europa het voor vanzelfsprekend, maar begin 20e eeuw was het welhaast een anomalie: vrede. Sinds de Frans-Duitse oorlog van 1870/1871 hadden de grote mogendheden geen enkel conflict meer in een grote Europese oorlog laten uitmonden. Gepaard met een relatief stabiel politiek klimaat gaf dit innovatie alle kansen.

Eugenetica

Grote vernieuwing gaat vaker wel dan niet gepaard met onrust. Ook aan het begin van de 20e eeuw was dat niet anders. Psychiaters als Freud trokken horden patiënten aan die in toenemende mate bezweken onder de stress en de druk van een snel evoluerende maatschappij. Vrouwen leden aan “hysterie”, mannen aan een heel andere vrees precies door vrouwen “veroorzaakt”.

Die laatsten streden immers met steeds meer ijver voor gelijke rechten. In het Verenigd Koninkrijk werden ze suffragettes genoemd. Van betogingen, hongerstakingen tot geweld wendden ze een heel arsenaal strijdmiddelen aan om hun eisen kracht bij te zetten. Eén van de beroemdste suffragettes was Emily Davison. In haar strijd voor vrouwenstemrecht sprong ze op 4 juni 1913 voor het paard van koning George V tijdens de Epsom Derby. Vier dagen later overleed ze aan haar verwondingen.

De suffragette Emily Davison.

Dat vrouwen steeds vaker hun mannetje stonden, boezemde veel mannen angst in. Ze vreesden hun “natuurlijke” heerschappij te verliezen en zochten bewust of onbewust naar manieren om dit te compenseren. 

Eugenetica bood volgens veel wetenschappers en academici de oplossing: enkel door het menselijke ras te “verbeteren” kon het worden gered. Van 24 tot en met 30 juli 1912 vond zodoende het eerste Internationale Eugeneticacongres plaats in Londen. 

Victor Horta

Op vlak van kunst vierde de art nouveau of jugendstil hoogtij in de jaren voor de oorlog. De natuur vormde de belangrijkste inspiratiebron voor deze kunststroming die zich zowel in de schilderkunst, de architectuur als in meubilair en andere gebruiksvoorwerpen manifesteerde. De stijl werd gekenmerkt door sierlijke lijnen, nieuwe materialen als ijzer en glas en oriëntaalse invloeden.

In België en ook ver daarbuiten geldt Victor Horta nog steeds als één van de meest toonaangevende architecten die de art nouveau hebben vormgegeven. Het Volkshuis in Brussel (afgebroken in 1965), zijn eigen huis en atelier in Sint-Gillis behoren tot zijn bekendste ontwerpen.

In andere domeinen van de kunst maakten schilders als Pablo Picasso en componisten als Igor Stravinsky een steile opgang. In het voorjaar van 1913 veroorzaakte die laatste heel wat commotie toen de balletvoorstelling Le sacré du printemps in première ging.

Victor Horta

Of de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog tot de 20ste eeuw worden gerekend dan wel onder de paraplu van “de lange 19de eeuw” vallen, voor een rustig voortkabbelende periode stonden ze niet. Vernieuwing en vooruitgang, maar even goed doemdenken en behoudsgezindheid: net als de bevolking was dit tijdvak even tegenstrijdig als uiteenlopend. Raakpunten met de wereld in de 21ste eeuw zijn niet uit de lucht.

Na de Tweede Wereldoorlog zou de Koude Oorlog het wereldbeeld glashelder afbakenen in Oost en West, vooralsnog bleef het voor miljoenen Europeanen koffiedikkijken wat de toekomst zou brengen. Dat een wereldbrand deze dynamische maatschappij in 1914 vier jaar lang zou stilleggen, namen slechts weinigen in ogenschouw.

Meer weten?

  • BLOM (P.). De duizelingwekkende jaren. 2009, Bezige Bij, 464 p.
  • DENECKERE (G.). 1900: België op het breukvlak van twee eeuwen. 2006, Lannoo, 237p.
  • ILLIES (F). 1913. Het laatste gouden jaar van de twintigste eeuw. 2013, Atlas Contact, 319 p.

 

Meest gelezen