Luik vertraagt de Duitse opmars

Een dag nadat de Duitse troepen op 4 augustus 1914 ons land waren binnengevallen, begint de aanval op de fortengordel van Luik, meteen de belangrijkste hinderpaal voor de geplande Duitse opmars naar Frankrijk. Het zal tot 16 augustus duren vooraleer die hinderpaal is opgeruimd.

De vesting Luik wordt beschouwd als een van de sterkste van Europa: 12 gigantische forten verdedigen de stad aan de Maas – netjes verdeeld over de linker- en de rechteroever. De forten worden bemand door zo’n 3.000 vestingssoldaten.

Zo’n 20.000 soldaten van de 3e Belgische legerdivisie verdedigen de linies tussen de forten. Dit bolwerk staat onder bevel van luitenant-generaal Gérard Leman. In de voormiddag van 5 augustus dreigen de Duitsers ermee Luik te beschieten en eisen dat Leman zich overgeeft. Maar hij geeft geen krimp.

In de nacht van 5 op 6 augustus probeert het Duitse leger de fortengordel op vijf plaatsen te doorbreken. Behalve op één plaats wordt de aanval overal afgeslagen. Voor beide kanten is het een pijnlijke kennismaking met de realiteit van de moderne oorlog. De Duitse stormloop op de forten kost massaal veel slachtoffers, aan beide kanten. ’s Nachts verschijnt een zeppelin boven de stad en die gooit twaalf bommen naar beneden, die verschillende branden en een tiental dodelijke slachtoffers maken.

De forten rond Luik hielden echter over het algemeen beter stand dan verwacht, te meer omdat het Duitse leger kanonnen had meegenomen waartegen de forten vrij goed bestand bleken.

Duitse repressailles tegen burgers

Na hun mislukte stormloop koelen de Duitsers hun frustratie op de burgerbevolking van de dorpen rond Luik. In Warsage, Battice, Soumagne en andere dorpen worden talloze huizen in brand gestoken en tientallen onschuldige burgers vermoord.

Eén Duitse eenheid slaagt erin door te dringen tot aan de rand van Luik. Ze staat onder leiding van generaal Erich Lüdendorff, dezelfde generaal die later de absolute macht in het Duitse leger in handen zal krijgen. Een dag later, op 7 augustus, wordt Luik door de Duitsers bezet. Nog dezelfde dag verleent de Franse president Raymond Poincaré de stad Luik het "Légion d'Honneur" als eerbetoon voor het verzet tegen de Duitse troepen.

De soldaten van de 3e Belgische legerdivisie hebben intussen Luik al verlaten en zich gevoegd bij de rest van het Belgische leger dat achter de rivieren de Dijle en de Gete stond opgesteld. De forten in Luik staan er nu alleen voor en blijven van zich afbijten. 

De Luikse forten belegerd

Zolang de Luikse forten in Belgische handen blijven, verhinderen ze de Duitse opmars. Daarom brengen de Duitsers hun zware kanonnen, met een kaliber van 210 mm, in stelling. De forten houden echter beter stand dan verwacht. De Duitsers slagen erin twee forten uit te schakelen, maar het gaat hen te traag. Hun aanvalsplan dreigt vertraging op te lopen.

In allerijl worden nieuwe superwapens aangevoerd: kanonnen met een kaliber van liefst 420 mm. Die zijn onlangs door de firma Krupp ontwikkeld en schieten granaten van meer dan duizend kilogram af. Geen wonder dat ze in de wandeling "Dikke Bertha's" worden genoemd.

Op 10 augustus vertrekken twee Dikke Bertha's uit de Krupp-fabriek in Essen, 170 kilometer van Luik. In de namiddag van 12 augustus lost een van de twee superkanonnen het eerste schot: het is kilometers ver te horen. Dan gaat het snel en worden de Luikse forten één voor één uitgeschakeld.

Pas op 15 augustus valt ook het fort van Loncin, waar generaal Leman zijn hoofdkwartier heeft gevestigd. Om 17.10 uur treft een voltreffer het kruitmagazijn. Een gigantische explosie vernielt het hele fort en bedelft tientallen Belgische soldaten onder het puin. Veel overlevenden zijn over hun hele lichaam verbrand. Een bewusteloze generaal Leman wordt krijgsgevangen genomen, maar mag als teken van respect zijn sabel behouden.

Luik gewonnen, tijd verloren

Dat het de Duitsers meer tijd kostte dan verwacht om het "probleem Luik" op te lossen, staat buiten kijf. De kranten van toen waren ervan overtuigd dat de strijd rond Luik het Duitse invasieleger twee weken lang ophield. Maar of de Luikse forten zo'n grote impact hadden op de timing van het Duitse aanvalsplan, is voer voor discussie.

Het oponthoud in Luik betekende voor de Duitsers een morele opdoffer. Hun aanvalsplan was niet verlopen zoals voorzien en de strijd had duizenden doden en gewonden gevraagd. Hun frustratie daarover koelden ze door in de stad en in de omringende dorpen tientallen onschuldige burgers te doden.

Meest gelezen