Dwaze diplomatie -niet dwaze moord- leidde tot oorlog

In de zomer van 1914 leidde een kettingreactie van onhandige diplomatie, wantrouwen en angst tot een wereldoorlog die vermeden had kunnen worden. Het politieke opbod ontketende een bloedbad en ook het neutrale België werd deze keer niet gespaard.

Een oorlog breekt meestal uit nadat de herinnering aan de vorige grote oorlog vervaagt, gemiddeld na een generatie dus. Begin vorige eeuw had bijna niemand bewust een vorige oorlog in Europa meegemaakt. 

De roerige Balkan was ver van ons bed en niemand maakte zich zorgen toen de Oostenrijkse troonopvolger aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie op 28 juni 1914 een bezoek brachten aan Sarajevo, hoofdstad van het door Oostenrijk-Hongarije geannexeerde Bosnië.

Het was geen goed idee: 28 juni is "Vidov Dan" (Видовдан), de dag waarop de Serviërs hun zware nederlaag in de slag van Kosovo in 1389 tegen de Turken herdenken. Kosovo is voor Serviërs wat de Guldensporenslag voor Vlaanderen en Bannockburn voor de Schotten is. Servische nationalisten in Bosnië beschouwden het bezoek dan ook als een provocatie en planden een aanslag, met hulp van militairen van buurland Servië.

Een van de terroristen wierp een bom naar de auto van de aartshertog, maar die ketste af en verwondde een twintigtal omstaanders. De aanslag leek mislukt, tot Frans Ferdinand de gewonden in het ziekenhuis wou bezoeken en per toeval Gavrilo Princip, een van de terroristen, tegenkwam. Princip trok zijn pistool en schoot de aartshertog en zijn vrouw in hun auto dood. Zij waren niet de enigen die die dag stierven. Bij wraakacties tegen Serviërs in Bosnië werd een onbepaald aantal mensen omgebracht.

Aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk, die in Sarajevo werd vermoord.

Een maand van gemiste kansen

De afkeuring van de moord op Frans Ferdinand was algemeen in Europa. Ook Londen, Parijs en Sint-Petersburg veroordeelden ze. Servië met zijn gewelddadige interne en externe politiek was niet erg populair in Europa. Ook Rusland, dat in 1882 een tsaar had verloren door een anarchistische aanslag, keurde de moord af.

Drie opgepakte moordenaars erkenden vrij snel dat ze wapens hadden gekregen vanuit Servië. Dat verstevigde de "haviken" in Wenen die nu overwogen Servië met een aanval mores te leren, liefst met rugdekking vanuit Duitsland. 

Oostenrijk aarzelde uit vrees voor Rusland, maar legde, na zich van de steun van Duitsland te hebben verzekerd, Servië op 23 juli toch een ultimatum voor. Dat omvatte de eis tot het stoppen van alle anti-Oostenrijkse propaganda en smokkel van wapens naar Bosnië, het ontmantelen van terreurgroepen en het oppakken en berechten van betrokkenen bij de moord op Frans Ferdinand en dat onder toezicht van Oostenrijks-Hongaarse agenten.

Servië stond onder zware druk, maar gaf voor het aflopen van het ultimatum op 25 juli, toe op alle punten, behalve het laatste. Het rekende zo om via Russische druk gezichtsverlies te beperken. Er waren plannen voor een vredesconferentie, maar die kwamen niet van de grond.

Ketting van mobilisaties

Rusland poogde nu druk uit te oefenen op Oostenrijk-Hongarije door zijn troepen langs die grens in "staat van paraatheid" te brengen. 

De druk op Oostenrijk-Hongarije nam nu toe en op 28 juli verklaarde het de oorlog aan Servië. Dat mobiliseerde en dus ook Wenen, maar behalve het beschieten van de Servische hoofdstad Belgrado over de grens, gebeurde er niet veel.

Er was nu een Oostenrijks-Servisch conflict, nog geen wereldoorlog, maar het wantrouwen zou die snel veroorzaken. Op 30 juli kondigden Oostenrijk-Hongarije en Rusland een algemene mobilisatie af. Dat versterkte dan weer de Duitse vrees dat het land erg kwetsbaar zou worden voor chantage of een aanval en Berlijn stelde de Russen een ultimatum van 12 uur om die mobilisatie ongedaan te maken. Frankrijk kreeg de waarschuwing niet te mobiliseren, maar deed dat toch.

Op 1 augustus verklaarde Duitsland de oorlog aan Rusland, maar gevochten werd er nog niet. De Britten hielden de boot af, troffen wat voorbereidingen, maar leken niet geneigd om Rusland en Frankrijk bij te staan. 

Belgische grens was "brug te ver"

Nog was alle hoop niet verloren, want echte gevechten bleven uit en in Parijs werd geaarzeld. De Franse socialist en pacifist Jean Jaurès (links) die ook elders in Europa veel gezag had, dreigde met stakingen tegen de oorlog, niet enkel door Franse arbeiders, maar ook bij de Duitse. Die stakingen moesten de industrie en de oorlogsvoorbereidingen lamleggen. 

Op de avond van 31 juli werd Jaurès in café "Le croissant" in Montmartre echter doodgeschoten door een terrorist uit het ultranationalistische kamp dat in Frankrijk aandrong op oorlog om het verloren Elzas-Lotharingen te heroveren. Met Jaurès stierf de stakingsbeweging.

De Duitse legertop vreesde intussen dat er kostbare tijd verloren zou gaan en op op 1 augustus werd Luxemburg bezet. De dag erop kreeg België een ultimatum om Duitse troepen op het grondgebied toe te laten. Dat werd verworpen en om 7.30 uur op 4 augustus vielen Duitse troepen België binnen en verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk.

Groot-Brittannië stelde daarop Duitsland een ultimatum om de schending van de Belgische neutraliteit ongedaan te maken, maar 24 uur later was Londen ook in oorlog met Berlijn. De Eerste Wereldoorlog was begonnen.

Is het u overigens opgevallen dat er al lang niet meer gesproken is over Sarajevo of Servië zelf? Terwijl de rest van Europa in brand stond, zakte de Oostenrijks-Servische oorlog weg uit de headlines, wat aantoont dat de politiek-strategisch-militaire objectieven de grootmachten domineerden en er ook zonder de moord in Sarajevo, wel een andere directe aanleiding tot oorlog zou zijn geweest.

Belgische neutraliteit 1839-1914

De veel besproken Belgische neutraliteit was ons land opgelegd in het Verdrag der XXIV Artikelen dat op 19 april 1839 in Londen werd gesloten op een internationale conferentie.

Nederland en andere Europese landen erkenden daar de Belgische onafhankelijkheid, maar artikel VII bepaalde ook dat ons land neutraal moest blijven in alle conflicten. Het beviel onze voorouders wel, want zo bleven ze buiten alle conflicten tot de zomer van 1914.

"Art. VII - België zal binnen de in de artikelen I, II en IV aangewezen grenzen eenen onafhankelijken en voortdurend onzijdigen Staat uitmaken. Het zal gehouden zijn dezelfde onzijdigheid jegens alle de andere Staten in acht te nemen". 

Meest gelezen