De Europese veiligheid ontrafelde lang voor 1914

Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog betekende het eerste grote conflict tussen allianties van Europese grootmachten sinds de val van Napoleon een eeuw eerder. Europa zou pas na 1989 opnieuw tot eenheid komen.

Op enkele kortstondige uitzonderingen na was de 19e eeuw voor Europa relatief vreedzaam verlopen zonder grote oorlogen. Na het trauma van de Franse Revolutie en de oorlogen van Napoleon werd op het Congres van Wenen in 1815 een nieuw veiligheidsconcept uitgewerkt om de vrede en conservatieve regimes te vrijwaren.

Een "concert européen" - een bedenksel van de Oostenrijkse staatsman Metternich en zijn Britse collega Lord Castlereagh - zou oorlogen tussen Europese grootmachten verhinderen door lokale conflicten samen "in concert" in de kiem te smoren. Oostenrijk, Pruisen (kern van het latere Duitsland), Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland speelden de eerste violen in het concert van de grootmachten.

Het Metternich-model werd na enkele korte conflicten in het midden van de eeuw vervangen door het regime-Bismarck. Na de Duitse eenmaking in 1871 bouwde de Duitse kanselier Otto von Bismarck vanuit Berlijn een netwerk van allianties uit met andere grootmachten in Europa. Op diplomatieke conferenties werden oplossingen gezocht en gevonden voor de "verdeling van Afrika" in kolonies en het uiteenvallen van het Turks-Ottomaanse rijk op de Balkan. 

Met de nieuwe stabiliteit wou Bismarck de Duitse verworvenheden na de eenmaking veiligstellen, vooral door Frankrijk te isoleren, dat de Duitse annexatie van Elzas-Lotharingen niet kon verteren. De "ijzeren kanselier" sloot daarom bondgenootschappen met Oostenrijk, Rusland en Italië, terwijl hij meestal goede betrekkingen onderhield met Groot-Brittannië, dat zich afzijdig hield met wat op het continent gebeurde. 

Klemens, vorst von Metternich-WInneburg, kanselier van Oostenrijk en de leidende staatsman van Europa tussen 1815 en 1848.

Na Bismarck dreef Europa uiteen

Dat model werd vergemakkelijkt doordat de belangrijkste vorstenhuizen in Europa via huwelijken nauw met elkaar verbonden waren, wat een extra garantie voor vrede leek. Zolang Bismarck de allianties en congressen beheerde, werkte het systeem, maar in 1890 werd hij door de temperamentvolle nieuwe Duitse keizer Wilhelm II de laan uitgestuurd.

Daarna namen de spanningen in Europa snel toe. Oostenrijk-Hongarije en Rusland wilden als rivalen zoveel mogelijk invloed inpikken op de Balkan nu het Ottomaanse Rijk daar snel macht verloor. De Russen verweten Duitsland al langer dat het te veel de Oostenrijkse kaart trok, en sloten in 1892 een militaire alliantie met Frankrijk.

Daardoor zat Duitsland zowel in het oosten en als in het westen met een potentiële vijand. Tegen dit Frans-Russisch blok  had het nog altijd een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en Italië (de "Triple Alliantie" of Driebond). 

 

Otto von BIsmarck, Duits rijkskanselier van 1871 tot 1890.

De Entente tegen Duitsland

De Britten bleven een hele tijd in hun "splendid isolation", omdat hun belangen vooral lagen in hun enorm koloniaal wereldrijkBij de aanvan van de twintigste eeuw zou Berlijn echter ook Londen op de heupen gaan werken. Wilhelm II - zelf een kleinzoon van de Britse koningin Victoria - wilde ook een wereldwijde koloniale expansie en Duitsland werd zo meer en meer een concurrent. 

Tegelijk wou de Duitse keizer een grote Duitse oorlogsvloot uitbouwen die een rivaal werd voor de Royal Navy en dus een potenitële bedreiging voor de Britse overheersing van de zeeën.  Dat Wilhelm II openlijk zijn steun uitsprak voor de Zuid-Afrikaanse Boeren tijdens de oorlogen met de Britten daar, deed de betrekkingen met Londen ook geen goed.

In 1904 kozen de Britten dan toch partij in Europa en sloten ze de "Entente Cordiale" met Frankrijk. De twee oude rivalen in Europa en de kolonies zetten zo hun oude strijdpunten opzij. Twee crises in Marokko waarbij Duitsland de Franse aanspraken wou ondermijnen (1906 en 1911) dreven Londen en Parijs enkel vaster in elkaars armen. 

In 1907 werd die band nog uitgebreid met Rusland tot de "Triple Entente". Britten en Russen waren elkaars concurrenten geweest bij het verwerven van invloed in het Midden-Oosten en Centraal-Azië, maar ze legden die geschillen bij. 

Alhoewel de Triple Entente geen verplicht militair bijstandspact was, werd dat toch zo in Berlijn gelezen, dat intussen de Oostenrijks-Hongaarse plannen op de Balkan was gaan ondersteunen. 

Europa raakte dus verdeeld tussen enerzijds de Triple Entente met Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland en anderzijds de Triple Alliantie met Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië (al zou Italië een onbetrouwbare bondgenoot blijken).

De breuklijn van de Eerste Wereldoorlog was getekend. Wat nog ontbrak was de aanleiding.

Meest gelezen